Terug
Gepubliceerd op 29/03/2024

2024_VB_00145 - Wijziging rechtspositieregeling - Goedkeuring

Vast Bureau
vr 29/03/2024 - 11:30 Schepenlokaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Rechtspositieregeling (RPR).

Samenstelling

Aanwezig

Sofie Vandeweerd, burgemeester; Koen Sleypen, schepen; Theo Snijkers, schepen; Roberto Prata, schepen; Pieter Indemans, schepen; Ingrid Erlingen, schepen; Patrick Doumen, algemeen directeur

Verontschuldigd

Kelly Issaris, schepen

Secretaris

Patrick Doumen, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Vandeweerd, burgemeester
2024_VB_00145 - Wijziging rechtspositieregeling - Goedkeuring 2024_VB_00145 - Wijziging rechtspositieregeling - Goedkeuring

Motivering

Juridische context

  • De organieke wet betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 8 juli 1976.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid art. 78 en art. 84 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn met inbegrip van deze die bij reglement kunnen worden overgedragen aan het vast bureau, en betreffende de bevoegdheden van het vast bureau.
  • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 februari 2019, zoals gewijzigd bij besluit van 13 mei 2019, inzake vaststelling reglement tot afbakening van dagelijks bestuur en de bevoegdheden die worden gedelegeerd aan het vast bureau en de afbakening van de categorieën van dagelijks bestuur die vrijgesteld zijn van de visumverplichting.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 186 §1 en § 2.
  • Het bestuursdecreet van 7 december 2018, inzonderheid de bepalingen betreffende actieve en passieve openbaarheid, en latere wijzigingen.
  • Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en latere wijzigingen.
  • Het besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de OCMW’s en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de OCMW’s.
  • Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren.
  • Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, in het bijzonder artikel 1, 25° van bijlage 2.
  • Het besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, in het bijzonder artikel 45 § 2, en wijzigingen.
  • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 december 2008 inzake de goedkeuring van de rechtspositieregeling, en latere wijzigingen.
  • Het besluit van het vast bureau van 26 januari 2024 houdende de principiële goedkeuring van de wijziging van de rechtspositieregeling.
  • Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van heden, houdende de goedkeuring van de wijziging van de rechtspositieregeling.

Feitelijke context

  • Door de schaarste op de arbeidsmarkt blijkt het steeds moeilijker om voor bepaalde functies kandidaten te vinden.
  • In de rechtspositieregeling is er momenteel reeds een clausule voorzien dat er door het vast bureau, in die gevallen en onder welbepaalde voorwaarden, afwijkingen mogen worden toegepast op de voor de betreffende functie gestelde diplomavereisten.
  • Om beter te kunnen inspelen op de krappe arbeidsmarktomstandigheden, en om dus breder te kunnen werven, zou in bepaalde omstandigheden en onder welbepaalde voorwaarden ook een afwijking op de voor bepaalde functies gestelde ervaringsvereisten wenselijk zijn.
  • Om deze modaliteit mogelijk te maken, is er een aanpassing van de rechtspositieregeling nodig, in het bijzonder van artikel 9.
  • De onderhandeling in het BOC over deze wijziging van de rechtspositieregeling zal via een schriftelijke onderhandelingsprocedure gebeuren, waarvan de resultaten zullen worden teruggekoppeld naar het vast bureau.

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

Het vast bureau hecht zijn principiële goedkeuring aan wijziging van de rechtspositieregeling als volgt:

Art. 9. §1 In afwijking van artikel 7, 1°, en 2° en artikel 8, kan  het vast bureau bepalen dat kandidaten die niet voldoen aan de diplomavereiste zoals bepaald in artikel 8, in aanmerking komen voor aanwerving. Die afwijking van de diplomavereiste is uitzonderlijk en op grond van vooraf vastgesteld objectieve criteria mogelijk, als de functie noch op basis van de functiebeschrijving, noch krachtens een reglementering van de hogere overheid een diploma vergt. 

Indien er wordt afgeweken van de diplomavereisten, worden vooraf de leden van het BOC hiervan op de hoogte gesteld.

enz....

§2  In afwijking van artikel 7, kan het vast bureau bepalen dat kandidaten die niet voldoen aan de ervaringsvereiste toch in aanmerking komen voor aanwerving. Die afwijking van de ervaringsvereiste is uitzonderlijk en op grond van vooraf vastgesteld objectieve criteria mogelijk. 

Indien er wordt afgeweken van de ervaringsvereisten, worden vooraf de leden van het BOC hiervan op de hoogte gesteld.

Indien er geen kandidaten zijn na een eerste bekendmaking van de vacante functie,  kan in voorkomend geval het vast bureau beslissen dat kandidaten niet moeten voldoen aan de ervaringsvereisten. Deze beslissing gebeurt dan vòòr de tweede bekendmaking van de vacante functie.

Artikel 2

De onderhandeling in het BOC zal gebeuren via een schriftelijke procedure.

Artikel 3

De resultaten van de onderhandeling in het BOC zullen worden teruggekoppeld naar het vast bureau, waarna er een nieuwe gecoördineerde versie van rechtspositieregeling zal worden voorgelegd.

Artikel 4

Worden in kennis gesteld van dit besluit:

  • het college van burgemeester en schepenen,
  • de personeelsleden,
  • de representatieve vakorganisaties,
  • de financieel directeur.