Terug
Gepubliceerd op 09/01/2024

2024_RMW_00003 - Kennisneming evaluatie handelingskader Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI) en navolging advies bijzonder comité sociale dienst inzake aanpassing handelingskader REMI. - Goedkeuring

Raad Maatschappelijk Welzijn
ma 08/01/2024 - 20:27 raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Andere.

Samenstelling

Aanwezig

Sofie Vandeweerd, Burgemeester; Koen Sleypen, Schepen; Theo Snijkers, Schepen; Roberto Prata, Schepen; Kelly Issaris, Schepen; Pieter Indemans, Schepen; Ingrid Erlingen, Schepen; Henri Neyens, voorzitter wnd.; Mathieu Schurgers, Raadslid; Jan Geuskens, Raadslid; Jos Opdenakker, Raadslid; Nicole Coenen, Raadslid; Chrétien Van De Beek, Raadslid; Gerry Hurkens, Raadslid; Jaak Beuten, Raadslid; Magith Wahhabi, Raadslid; Noëlla Venken, Raadslid; Ronny Vankevelaer, Raadslid; Theo Leenders, Raadslid; Theofiel Haldermans, Raadslid; Sandra Deckers, Raadslid; Sara Vacca, Raadslid; Theo Colla, Raadslid; Sven Hawinkel, Raadslid; Patrick Doumen, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Lydia Peeters, Voorzitter; Ellen Bours, Raadslid; Jochen Ochal, Raadslid

Secretaris

Patrick Doumen, Algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2024_RMW_00003 - Kennisneming evaluatie handelingskader Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI) en navolging advies bijzonder comité sociale dienst inzake aanpassing handelingskader REMI. - Goedkeuring

Aanwezig

Sofie Vandeweerd, Koen Sleypen, Theo Snijkers, Roberto Prata, Kelly Issaris, Pieter Indemans, Ingrid Erlingen, Henri Neyens, Mathieu Schurgers, Jan Geuskens, Jos Opdenakker, Nicole Coenen, Chrétien Van De Beek, Gerry Hurkens, Jaak Beuten, Magith Wahhabi, Noëlla Venken, Ronny Vankevelaer, Theo Leenders, Theofiel Haldermans, Sandra Deckers, Sara Vacca, Theo Colla, Sven Hawinkel, Patrick Doumen
Stemmen voor 24
Sofie Vandeweerd, Pieter Indemans, Theo Snijkers, Ingrid Erlingen, Koen Sleypen, Jos Opdenakker, Mathieu Schurgers, Kelly Issaris, Jaak Beuten, Theo Colla, Magith Wahhabi, Henri Neyens, Ronny Vankevelaer, Roberto Prata, Jan Geuskens, Theo Leenders, Sara Vacca, Sandra Deckers, Nicole Coenen, Noëlla Venken, Theofiel Haldermans, Chrétien Van De Beek, Gerry Hurkens, Sven Hawinkel
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_RMW_00003 - Kennisneming evaluatie handelingskader Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI) en navolging advies bijzonder comité sociale dienst inzake aanpassing handelingskader REMI. - Goedkeuring 2024_RMW_00003 - Kennisneming evaluatie handelingskader Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI) en navolging advies bijzonder comité sociale dienst inzake aanpassing handelingskader REMI. - Goedkeuring

Motivering

Juridische context

  • De organieke wet betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 8 juli 1976, inzonderheid artikel 1 en artikels 57 tot en met 60.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn en de artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, inzonderheid de bepalingen betreffende actieve en passieve openbaarheid.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de bepalingen inzake het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD), hoofdstuk 6, art. 87 en volgende, inzonderheid artikel 113, 3de lid, stellende dat “Het bijzonder comité voor de sociale dienst op eigen initiatief of op verzoek een niet-bindend advies kan geven aan het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, de gemeenteraad en de OCMW-raad over het gemeente- of OCMW-beleid”.
  • De wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie van 22 mei 2002.
  • Het meerjarenplan 2020 – 2025, waarvan het deel OCMW werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, en zoals in geconsolideerde vorm goedgekeurd door de gemeenteraad op 9 december 2019, zoals later aangepast, inzonderheid prioritair actieplan “Preventie en bestrijding van armoede en kansarmoede bij kinderen en jongeren in al zijn dimensies”, in het bijzonder de prioritaire actie “dimensie materieel welzijn”.
  • Het besluit van het bijzonder comité sociale dienst van 16 november 2021 om een niet-bindend advies te verlenen aan de raad voor maatschappelijk welzijn in toepassing van art. 113 van het decreet lokaal bestuur tot implementatie van het normensysteem Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI) op basis van een handelingskader, met inbegrip van standaard begeleidingsovereenkomst, voor toekomstige aanvragen voor (aanvullende) financiële steun.
  • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 december 2021 inzake implementatie van het normensysteem Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI) en vaststelling van een handelingskader REMI hiertoe. 
  • Het besluit van het bijzonder comité sociale dienst van 19 december 2023 om een niet-bindend advies te verlenen aan de raad voor maatschappelijk welzijn in toepassing van art. 113 van het decreet lokaal bestuur tot wijziging van het handelingskader voor toepassing van het normensysteem Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI) op basis van een evaluatie van toepassing hiervan sinds de  implementatie van REMI met ingang 1 januari 2022. 

Feitelijke context

  • Artikel 1 van de organieke wet betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 8 juli 1976 stelt dat “elk persoon recht heeft op maatschappelijke dienstverlening, die tot doel heeft eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid”.
  • Artikel 57 van dezelfde organieke wet stelt dat “het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn tot taak heeft aan personen en gezinnen de dienstverlening te verzekeren waartoe de gemeenschap gehouden is. Het verzekert niet alleen lenigende of curatieve doch ook preventieve hulp. Het bevordert de maatschappelijke participatie van de gebruikers. Deze dienstverlening kan van materiële, sociale, geneeskundige, sociaal-geneeskundige of psychologische aard zijn”.
  • Artikel 60§1 van dezelfde organieke wet stelt dat “een tussenkomst van het centrum, zo nodig, wordt voorafgegaan door een sociaal onderzoek dat besluit met een nauwkeurige diagnose nopens het bestaan en de omvang van de behoefte aan dienstverlening”.
  • Artikel 60§3 van dezelfde organieke wet stelt:” Het (centrum) verstrekt materiële hulp in de meest passende vorm. De financiële hulpverlening kan bij beslissing van het centrum worden onderworpen aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 3, 5° en 6°, 4, 11 en 13, § 2, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Indien deze voorwaarden niet worden nageleefd kan het recht op financiële hulp, op voorstel van de maatschappelijk werker belast met het dossier, worden geweigerd of geheel of gedeeltelijk worden geschorst voor een periode van ten hoogste een maand. In geval van herhaling binnen een termijn van ten hoogste een jaar kan het recht op financiële hulp voor een periode van ten hoogste drie maanden worden geschorst”.
  • Een aantal socialezekerheids- en onderstandsuitkeringen, zijnde o.m. werkloosheidsuitkeringen, ziekte-uitkeringen en het recht op maatschappelijke integratie door middel van een leefloon, en zelfs het minimumloon bij een tewerkstelling, bevinden zich onder de Europese armoedegrenzen. 
  • Het OCMW beschikt over tal van mogelijkheden om haar wettelijke opdracht  inzake het bewaken van het menswaardig bestaan te realiseren zoals onder meer het waarborgen van het recht op maatschappelijke integratie door middel van een leefloon of het toekennen van (aanvullende) financiële steun. 
  • Voor het toekennen van (aanvullende) financiële steun beroept het OCMW zich sinds januari 2022 op de Referentiebudgetten voor een Menswaardig Inkomen (REMI), in het bijzonder op het handelingskader vastgesteld voor implementatie van REMI door de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 december 2021.
  • Vastgesteld werd immers dat het daarvoor van toepassing zijnde normensysteem van het Sociovitaallevensminimum niet meer het meest geëigende instrument was. 
  • Het gebruik van een nieuw, hedendaags en wetenschappelijk onderbouwd normensysteem dat beter rekening houdt met actuele samenlevingsnormen en een actuele definitie van menswaardig inkomen werd als noodzakelijk beschouwd.
  • In dit verband heeft het Centrum voor Budgetadvies en -onderzoek (CEBUD) een systeem en instrument ontwikkeld die gebaseerd zijn op het gebruik van referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen voor elke type van gezin.
  • Dit instrument draagt de naam REMI, dat staat voor “referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen”;
  • Het gebruik van REMI werd als dusdanig opgenomen in het regeerakkoord van de federale regering van 30 september 2020. 
  • Het meerjarenplan 2020 – 2025, waarvan het deel OCMW werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, en zoals in geconsolideerde vorm goedgekeurd door de gemeenteraad op 9 december 2019, zoals later aangepast, voorziet in het prioritair actieplan “Preventie en bestrijding van armoede en kansarmoede bij kinderen en jongeren in al zijn dimensies”, in het bijzonder de prioritaire actie “dimensie materieel welzijn” de implementatie van REMI.
  • Het instrument REMI werd intussen  geïntegreerd in de softwaretoepassing NH Sociale Dienst van CEVI/Logins die door de sociale dienst wordt gebruikt.
  • Het door de raad vastgestelde handelingskader koppelde in toepassing van artikel 60§3 van de organieke wet de toekenning van  (aanvullende) financiële steun  aan diverse voorwaarden die ook gelden bij de toekenning van het recht op maatschappelijke integratie.
  • In dit verband leek  het onder meer aangewezen met cliënten een individueel begeleidingstraject vast te leggen in een begeleidingsovereenkomst volgens de principes van het “geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI)”, zoals voorzien in art. 11 en art. 13§2 van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie. 
  • Overeenkomstig het eerder goedgekeurde handelingskader REMI zou dit geëvalueerd worden 6 maanden na implementatie. Deze timing werd verlaten omwille van wijzigingen in de leiding van de sociale dienst, en vooral omwille van andere prioritaire uitdagingen, in de eerste plaats de pandemie en de Oekraïne-crisis met de gevolgen daarvan.  
  • Weloverwogen uitstel van evaluatie zorgde ervoor dat de REMI-tool wel meer ingeburgerd raakte in de werking van de sociale dienst (en nog meer gezien wordt als een meerwaarde), alsook bij de cliëntsystemen. Dit biedt het voordeel dat de sociale dienst inhoudelijk nu pas een goed beeld heeft over de inhoudelijke werking van REMI, het vastgestelde handelingskader en de bijhorende tool.
  • Het werken met een steunnormensysteem is een constant proces dat niet geheel te gieten is in regels en ook een inloopperiode vergt. Het blijft  grotendeels maatwerk en steunt ook erg op het traject dat cliënt en maatschappelijk assistent samen afleggen. Het verlenen van transparantie in uitgaven en inkomsten vanuit zijde cliënt liggen aan de basis van een goede berekening in REMI.
  • Het goedgekeurde handelingskader en toepassing in de dagelijkse werking werden intussen geëvalueerd en getoetst aan:
    • Het handelingskader REMI Dilsen-Stokkem zoals goedgekeurd door de RMW van 13 december 2021;
    • De aanbevelingen van mei 2023 vanuit het Expertisecentrum Budget en Financieel welzijn (CEBUD) – REMI afsprakenkader; 
    • De aanbevelingen vanuit de interne werkgroep REMI en de maatschappelijk assistenten sociale dienst sinds de implementatie van REMI;
    • De praktijkervaringen van de sociale dienst Dilsen-Stokkem;
  • Uit deze evaluatie blijkt de wens om een beperkte aanpassing van het handelingskader door te voeren wat betreft:
    1. de toevoeging van een werkwijze met betrekking tot het in rekening brengen van overlevingsschulden 
    2. het meerekenen van inkomsten van inwonende volwassen kinderen en het vrijstellen van mogelijke inkomsten in het kader van vakantiewerk
    3. De uitwerking van een nieuw standaard begeleidingscontract gekoppeld aan de inhoud van het GPMI en de sociale balans voor uiterlijk 1 mei 2024. Ondertussen wordt het huidige begeleidingscontract (zoals opgenomen als bijlage bij het goedgekeurd handelingskader) verder gehanteerd. 
  • De vaststelling, en derhalve ook de wijziging, van het handelingskader voor implementatie van het normensysteem REMI betreft in toepassing van artikel 78 van het decreet lokaal bestuur een niet-delegeerbare bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
  • Het bijzonder comité voor de sociale dienst heeft in haar vergadering van 19 december 2023 kennisgenomen van de evaluatie van het bestaande handelingskader en de toepassing daarvan en verleende een niet-bindend advies tot wijziging van het handelingskader van het normensysteem Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI) in voornoemde zin.

Besluit

De raad maatschappelijk welzijn beslist:

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van voorliggende  evaluatie van toepassing van het normensysteem "Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI)" sinds de implementatie van REMI met ingang van 1 januari 2022 op basis van het handelingskader zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn op 13 december 2021.

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn hecht in navolging van het advies van Bijzonder Comité Sociale Dienst van 19 december 2023 goedkeuring aan een aanpassing van het handelingskader REMI in hiernavolgende zin:

  1. de toevoeging van een werkwijze met betrekking tot verrekening van  overlevingsschulden overeenkomstig de bepalingen in punt 5.1. van voornoemde evaluatienota.
  2. het meerekenen van inkomsten van inwonende volwassen kinderen à rato van 1/3de, met vrijstelling van verworven inkomsten in het kader van vakantie- en studentenwerk overeenkomstig de bepalingen in punt 5.2. van voornoemde evaluatienota.
  3. de opmaak van een nieuw standaard begeleidingscontract gekoppeld aan de inhoud van het GPMI en de sociale balans voor uiterlijk 1 mei 2024. 


Artikel 3

Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de verantwoordelijke sociale dienst en aan de financieel directeur.


Bijlagen

  • Vergelijking aanbeveling CEBUD en kader DS na aanpassingen.xlsx
  • Handelingskader REMI_Evaluatie_Def_12122023.docx
  • Niet bindend advies BCSD - REMI_19122023.pdf