2022_CBS_00319 - Vraag tot afwijking/aanpassing van het vormingsreglement - Goedkeuring

College van Burgemeester en Schepenen

vr 25/02/2022 - 10:30 Schepenlokaal

Goedgekeurd

Dit besluit handelt over een Personeelsreglement.

Samenstelling

Aanwezig

Sofie Vandeweerd, burgemeester; Koen Sleypen, schepen; Kelly Issaris, schepen; Mathieu Schurgers, schepen; Jos Opdenakker, schepen; Pieter Indemans, schepen; Patrick Doumen, algemeen directeur

Verontschuldigd

Ingrid Erlingen, schepen

Secretaris

Patrick Doumen, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Vandeweerd, burgemeester

Motivering

Juridische context

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 41 en 56.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018, inzonderheid de bepalingen betreffende actieve en passieve openbaarheid.
Het gemeenteraadsbesluit van 11 februari 2019 betreffende het reglement tot afbakening van dagelijks bestuur en de bevoegdheden die worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen en de afbakening van de categorieën van dagelijks bestuur die vrijgesteld zijn van visumverplichting.
Het besluit van de gemeenteraad van 18 december 2008 betreffende de goedkeuring van de rechtspositieregeling en latere wijzigingen, inzonderheid Titel II, hoofdstuk IX, artikel 93 tot en met 108 inzake het vormingsreglement.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 09 januari 2015 betreffende de aanpassing van het vormingsreglement.
Het besluit van de algemeen directeur van 20 februari 2020 betreffende de aanpassing van de vormingsprocedure.

Feitelijke context

In het huidige vormingsreglement is vastgelegd dat het bestuur de kosten draagt voor de deelname aan de opgelegde vormingsactiviteiten.
Indien er aan een opleiding een examen verbonden is, betaalt het bestuur voor het personeelslid de kosten van de opleiding en 1 herkansing.
Deze regeling is ook van toepassing op het behalen van de rijbewijzen BE en C(E) bij de stedelijke werkplaatsen.
In het kader van het behalen van rijbewijzen, in het bijzonder voor de meer complexe rijbewijzen C(E), is deze algemene bepaling echter te beperkend geworden.
De opleidingen voor rijbewijzen worden steeds moeilijker.
De materie wordt uitgebreider, de regels worden strenger en bijgevolg de examens ook complexer.
Een opleidingstraject brengt een aanzienlijke kost met zich mee.
Nemen we bijvoorbeeld het lopende traject voor rijbewijs C van een medewerker bij de stedelijke werkplaatsen:
- Opleiding + examen: € 2475 incl. BTW
- Herexamen + lessen manoeuvres: € 673 incl. BTW
- Herexamen op de weg: € 320 incl. BTW
- Kilometervergoeding: 604 km = € 221,63 incl. BTW
- Totale kost: € 3.689,63 € incl. BTW
De kost van een bijkomend herexamen op de weg bedraagt € 484 incl. BTW.
Rekening houdend met de reeds gemaakte kosten, is dit een eerder beperkte bijkomende kost.
Een eventuele volgende kandidaat met een nieuw opleidingstraject laten starten biedt evenmin zekerheid dat deze het traject positief kan afronden binnen maximaal 1 herkansing.
Opleidingen voor rijbewijzen C(E) worden enkel toegestaan wanneer noodzakelijk in functie van de goede werking van de dienst en wanneer de medewerker zelf voldoende motivatie toont.
Als openbaar bestuur is het op vlak van verloning moeilijk om competitief te zijn met de private arbeidsmarkt, in het bijzonder voor personen met een rijbewijs C(E).
Inzetten op interne opleiding is een belangrijk element om dit nadeel te milderen.
De opleiding heeft voor de meeste medewerkers weinig tot geen meerwaarde buiten de werkomgeving.
Het is dan ook onredelijk te verwachten dat de medewerker deze kosten zelf draagt.
Er wordt voorgesteld om voor complexe opleidingen, waar aanzienlijke kosten aan verbonden zijn, een mogelijke afwijking te voorzien van de algemene regel om bij examens slechts 1 herkansing toe te staan.
Voor dergelijke opleidingen lijkt het aangewezen om de leidinggevende, na een negatief examenresultaat, te laten beslissen of een bijkomende herkansing op kosten van het bestuur wenselijk is.
Deze inschatting kan gemaakt worden op basis van de feedback van opleidings- en examencentra en van de betrokken medewerker zelf.
Daarnaast wordt ook voorgesteld om alle kosten die gemaakt worden, voor het behalen van een rijbewijs op vraag van de leidinggevende, te vergoeden, waaronder ook de kosten voor een eventuele pasfoto.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Er wordt goedkeuring gehecht aan de vraag tot afwijking van het vormingsreglement voor de medewerkers die op vraag van het bestuur een opleiding volgen voor een rijbewijs BE of C(E) en dit in afwachting van een definitieve aanpassing van het vormingsreglement.

Artikel 2

Er wordt opdracht gegeven aan de dienst P&O om het vormingsreglement in die zin aan te passen.

Artikel 3

Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

de financieel directeur
het verantwoordelijke stedelijke werkplaatsen