Het college van burgemeester en schepenen hecht goedkeuring aan de volgende wijziging:
Art. 7. Naast het beantwoorden aan de voorwaarden in artikel 6, moeten de kandidaten ook:
2° voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is en minimaal vier jaar relevante beroepservaring hebben, voor functies in de graden van: bestuurssecretaris/verantwoordelijke burger en informatie, verantwoordelijke stedelijke ontwikkeling, verantwoordelijke stedelijke werkplaatsen, verantwoordelijke ICT, verantwoordelijke meerjarenplanning en rapportering, verantwoordelijke overheidsopdrachten, debiteurenbeheer en belastingen, milieudeskundige-expert, personeelsconsulent-expert, verantwoordelijke burgerzaken, verantwoordelijke kinderopvang, verantwoordelijke WVC cluster 1, verantwoordelijke WVC cluster 2, polyvalent deskundige expert, polyvalent medewerker expert, teamverantwoordelijke expert, verantwoordelijke poetsbedrijf en busbegeleiding, omgevingsambtenaar.
Art. 8. De specifieke voorwaarden per graad zijn:
Graadbenaming | Salarisschaal | Specifieke diplomavereiste en/of relevante ervaring |
Verantwoordelijke meerjarenplanning en rapportering | B4/B5 | Bachelor boekhouding of accountancy/fiscaliteit. |
Art. 112. De schaalanciënniteit is de anciënniteit verworven bij het bestuur in een bepaalde salarisschaal van de functionele loopbaan van een bepaalde graad. Ze neemt een aanvang op de datum van de aanstelling in die graad, tenzij anders bepaald.
De diensten die krachtens de rechtspositieregeling recht geven op een salaris geven recht op de toekenning van schaalanciënniteit.
De periodes van onbezoldigde afwezigheid die in aanmerking komen voor de volledige of gedeeltelijke toekenning van schaalanciënniteit zijn opgenomen in Bijlage III van deze rechtspositieregeling.
De schaalanciënniteit die voor die periodes van onbezoldigde afwezigheid wordt toegekend, mag in het totaal niet meer belopen dan een jaar.
Artikel 131:
2° voor een graad van rang Bv, schalen B1-B3 (basisgraad):
b) als de functie een beschermde titel betreft of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie;
c) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;
d) slagen voor de selectieprocedure.
Art.142. §1. Als de functie vervuld wordt door functiewijziging, dan worden de kandidaten onderworpen aan een gestructureerd interview door een selectiecommissie die nagaat of de kandidaat voldoet aan de competentievereisten voor de vacante functie. De selectiecommissie wordt samengesteld volgens de regels vastgesteld in artikel 15 en functioneert in overeenstemming met de bepalingen van artikel 16 en 17. in artikel 34.
Hoofdstuk XIII-quater - Doeltreffend inzetten van het personeel
Art. 143.ter.
§1 De bepalingen van hoofdstuk XIII doen geen afbreuk aan de mogelijkheid van de personeelsleden om zich kandidaat te stellen voor mobiliteit via jobruil op vrijwillige basis zonder vacature.
Jobruil houdt in dat twee personeelsleden met een betrekking van dezelfde graad of met een ander graad van dezelfde rang, vrijwillig elkaars betrekking kunnen bekleden bij een ander dienst en/of afdeling, met instemming van de respectievelijke dienst- en/of afdelingsverantwoordelijke en de algemeen directeur.
§2 De bepalingen van hoofdstuk XIII doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van de algemeen directeur om in overleg met het betrokken personeelslid en zijn dienst- en/of afdelingsverantwoordelijke een tijdelijke dienstaanwijzing ten aanzien van het personeelslid door te voeren, om de goede werking van de toegewezen dienst te verzekeren.
Dit is bijvoorbeeld het geval om een tijdelijke opdracht uit te voeren, om tijdelijk een project uit te voeren dat niet bovenop het gewone takenpakket komt of om tijdelijk bij te springen op een dienst waar men een plotse tijdelijke vermeerdering van werk heeft.
Artikel 215:
3° In afwijking van punt 2°, bedraagt het veranderlijke gedeelte voor de personeelsleden, vermeld in punt 1 onder de rubriek “dringende maatregelen koopkracht” van het deelakkoord VIA6 – koopkracht publieke sector van 22 december 2020,3,6 procent van het jaarsalaris, vermeld in punt 2°.
4° In punt 3° wordt verstaan onder deelakkoord VIA6 – koopkracht publieke sector van 22 december 2020: het deelakkoord van 22 december 2020 tussen de sociale partners van de publieke sector over de aanwending van de middelen koopkracht VIA6, zoals goedgekeurd bij protocol nr. 2020/5 houdende de conclusies van de onderhandelingen die op 23 december 2020 werden gevoerd in de onderafdeling ‘Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap’ van de eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten over het ontwerp van het deelakkoord tussen de sociale partners van de publieke sector over de aanwending van de middelen koopkracht VIA6, dat is opgenomen in bijlage III, die bij dit besluit is gevoegd."
Art. 284. §1. Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen, à rato van de arbeidsprestaties:
Hoofdstuk X. Andere bij wet of decreet geregelde verloven of afwezigheden
Hiernavolgende bepalingen worden ten informatieve titel opgenomen in deze rechtspositieregeling, met uitzondering van de termijnen van indiening van aanvragen die een dwingend karakter hebben.
De juridische basis is terug te vinden in de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.
Afdeling I: De federale thematische verloven
Onderafdeling 4. Verlof voor mantelzorg
Art. 302bis. § 1 Een personeelslid heeft het recht zijn prestaties volledig of gedeeltelijk te onderbreken om hulp of bijstand te geven aan een persoon die vanwege zijn hoge leeftijd, gezondheidstoestand of zijn handicap kwetsbaar en afhankelijk is. Het moet niet om een familie- of gezinslid gaan. Om in aanmerking te komen, moet het betrokken personeelslid erkend zijn (erkenning verloopt via ziekenfonds) als de mantelzorger van de persoon waarvoor hij het verlof aanvraagt.
§2 Om de prestaties halftijds of met 1/5 te onderbreken, moet het personeelslid voltijds werken. Om de prestaties volledig te onderbreken, zijn er geen voorwaarden qua arbeidsregime.
§ 3 Per zorgbehoevende persoon kan er maximum 1 maand voltijds verlof voor mantelzorg worden genomen of maximum 2 maanden indien men de prestaties met 1/5e of 1/2e vermindert.
Wegens verlof voor mantelzorg kan de beroepsloopbaan maximum zes maanden volledig worden onderbroken.
Het personeelslid ontvangt een onderbrekingsuitkering ten last van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
Bijlage III: Overzicht van de verloven en afwezigheden, de administratieve toestand en de geldelijke en administratieve gevolgen:
| Benaming van verlof of afwezigheid | Administratieve toestand | Recht op salaris | Aanspraak op periodieke salarisverhoging | Recht op schaalanciënniteit | Recht op de loonpaan |
Ziekte buiten periode gewaarborgd loon | Non-activiteit | nee | Ja (max. 12 maanden vanaf 1e dag ziekte) | Ja (max. 12 maanden vanaf 1e dag ziekte) | Ja (max. 12 maanden vanaf 1e dag ziekte) |
Bijlage IV: Overzicht functies per salarisschaal (incl. de uitdovende functies)
- Personeelsconsulent expert - Milieudeskundige expert - Verantwoordelijke ICT - Polyvalent deskundige expert - Verantwoordelijke WVC cluster 1 - Verantwoordelijke WVC cluster 2 - Verantwoordelijke kinderopvang - Verantwoordelijke burgerzaken - Verantwoordelijke meerjarenplanning en rapportering - Verantwoordelijke overheidsopdrachten, debiteurenbeheer en belastingen | B4 | Wervings-/bevorderingsgraad. |
B5 | na 9 jaar schaalanciënniteit in B4 en een gunstige evaluatie; |
De gecoördineerde versie, zoals bijgevoegd bij dit besluit, vervangt alle eerdere besluiten betreffende dezelfde aangelegenheid.
Worden in kennis gesteld van dit besluit: