Met ingang vanaf heden wordt een retributie gevestigd op de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen op het grondgebied van de stad Dilsen-Stokkem.
In dit reglement wordt verstaan onder:
De retributie bestaat uit twee delen en wordt als volgt vastgesteld:
Deel 1 :
- Forfaitaire retributie bestuurlijke inbeslagname voor een voertuig tot 3.500kg:
- Forfaitaire retributie bestuurlijke inbeslagname voor een voertuig vanaf 3.500kg:
Deel 2 :
- Buitenstallingskost per kalenderdag:
- Binnenstallingskost per kalenderdag:
§ 1. De retributie is verschuldigd door de persoon die de bestuurder/gebruiker was van het voertuig op het moment van de feiten die aanleiding gaven tot de inbeslagname van het voertuig.
§ 2. De houder van de nummerplaat en/of de eigenaar, dan wel bezitter, van het voertuig is de retributie verschuldigd indien de bestuurder in gebreke blijft.
§ 1. De totale retributie is verschuldigd bij opheffing van de bestuurlijke inbeslagname, en dient uiterlijk op het moment van ophaling van het voertuig betaald te worden.
§ 2. De betaling van de retributie dient via overschrijving te gebeuren. De financiële dienst van de stad Dilsen-Stokkem staat in voor de inning van de retributie.
§ 3. Op het moment van ophaling van het voertuig dient de verschuldigde retributie volledig betaald te zijn. Het voertuig wordt niet vrijgegeven zolang de betaling niet voldaan is.
§ 4. Indien de betaling van de volledige retributie niet voldaan is op de voorziene dag van ophaling en/of het voertuig niet opgehaald wordt op de voorziene dag van ophaling, wordt de stalling verlengd en de bijkomende bewaarkost eveneens aangerekend.
§ 5. Het voertuig wordt maximaal tot 6 maanden na de bestuurlijke inbeslagname bewaard. Na het verstrijken van zes maanden wordt bij afzonderlijk besluit van de burgemeester beslist over het verder gevolg aangaande de bestuurlijke inbeslagname.
Bij gebrek aan betaling beschikt het stadsbestuur, met het oog op de invordering, over de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen voor de onbetwiste en opeisbare retributie, zoals voorzien in artikel 177 van het decreet lokaal bestuur en overeenkomstig het besluit van de gemeenteraad van 9 maart 2020 houdende het reglement betreffende de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.
Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.